Enchodelus macrodorus (de Man, 1880)

Bongers, Tom, 1988, GESLACHT ENCHODELUS THORNE, 1939, De Nematoden van Nederland, Utrecht: Stichting Uitgeverij Koninklijke Nederlandse Natuurhistorische Vereniging, pp. 324-324 : 324

In Nederland komt E. macrodorus voor.

71.4.1 Enchodelus macrodorus (de Man, 1880)

Vrouwtje 1,6 - 1,8 mm lang; a = 24 28; b = 4,5 5,0; c = 62 80; c’ = 0,6; V = 42. Mannetje 1,5 mm lang; a = 28; b = 5; c = 67; c’ = 0,6. Cuticula op de staartpunt zeer fijn geringd. Zijveld nauw, ongeveer twee cuticuladiktes breed. Aan weerszijden van het zijveld bevindt zich een reeks cuticulakanaaltjes. Amfieden stijgbeugelvormig; de opening is 70 % van de corresponderende Iichaamsbreedte. Lipstreek door een ondiepe deuk zwak afgezet. Speer 40 μm lang; geleidering dubbel. De speervoortzetting is vooraan cylindrisch; de achterste helft is gespleten en verbreed; het geheel doet peervormig aan en is in totaal 60 μm lang. De slokdarm verwijdt zich vlak voor het midden plotseIing. Het prerectum is 4 5 anale Iichaamsdiameters Iang. Vulva dwars. Staart vrouwtje halfrond. Mannetjes zeldzaam; met een adanaal paar papillen en een reeks van 11 regelmatig gerangschikte supplementen. Bijzonderheden: een bewoner van drassige weilanden en zoetwater; vaak is de darminhoud door chlorofyl groen gekleurd.